Waarom ouders hun kinderen niet inenten tegen de mazelen, en wie A zegt moet ook B zeggen.
En in ene was het me duidelijk waarom de video van de ponypletter zo massaal werd gedeeld op Facebook, terwijl in Amsterdam iemand op klaarlichte dag in elkaar kon zakken door een hartstilstand terwijl niemand wat deed. Waarom sommige ouders hun kinderen niet inenten tegen de mazelen vanwege het geloof, en waarom de artsen in deze plaatsen besluiten om huisbezoeken te gaan doen zodat die ouders het thuis alsnog kunnen laten doen.
Review van het boek “Invloed, door Robert Cialdini”.
Een tijdje terug ben ik bij een bijeenkomst geweest over Cyber-security.
Bij Cyber-security kan je denken aan hackers. Whizzkids die inbreken in computers, de beveiligingen omzeilen en geheime data stelen. En bij deze meeting ging het er dan vooral om hoe je dat kon voorkomen.
Of je het kan voorkomen is überhaupt maar de vraag, want Snowden liet overduidelijk zien dat het niet alleen door computernerds werd gedaan, maar dat zelfs de Amerikaanse inlichtingendienst NSA hier mee bezig is in het project PRISM.
Omdat je het over hacken hebt, denk je bij Cyber-security al snel aan technische oplossingen zoals firewalls, ingewikkelde wachtwoorden, encryptie en ga zo maar door, maar ik ben juist bij een bijeenkomst geweest die meer over de menselijke kant ging. Want zoals de spreker zei bij zijn introductie: “Als je denkt dat je het op kan lossen met technische middelen, dan snap je het probleem niet!”.
Want wat is hier de zwakke schakel? De mens. Het zal weer eens niet.
Het was een heel interessante bijeenkomst waarin onder andere de naam van Robert Cialdini werd genoemd waardoor ik meteen een van zijn boeken ben gaan lezen: “Invloed”.
En met het lezen van dit boek begint een aantal zaken me duidelijk te worden.
De spreker van de bijeenkomst is een mysteryman, iemand die ingehuurd wordt door bedrijven om te kijken hoe ver hij kan komen in het bedrijf. Krijgt hij het bijvoorbeeld voor elkaar om geheime documenten te verkrijgen.
Een koud kunstje zo laat hij weten. Oké, zoals hij het vertelt klinkt het misschien wel erg simpel, en de eerste de beste zal misschien niet zover komen, maar het lijkt allemaal wel te verklaren. Robert Cialdini schreef er dus al over.
Hij nadert de deur waarvan hij vermoedt dat daarachter interessante zaken kunnen zitten. Maar aan de muur is het apparaat te zien waar je je pasje voor zou moeten houden. Hij wacht z’n kans af, pakt uit een openbare copieerruimte 2 dozen met copieerpapier en loopt gelijktijdig op met iemand die zo te zien ook die kant op moet, geeft een compliment over iets en die persoon houdt de deur voor hem open.
Waar ging het mis? Wederkerigheid. Wie geeft, die krijgt. Een cadeautje (het compliment) weiger je niet, die neem je aan. En omdat je iets aangenomen hebt, treedt er automatisch iets in werking waardoor je vindt dat je ook wat terug moet doen. En hé, dat komt mooi uit, je kan hem meteen bedanken door de deur open te houden.
Uit zijn tas haalt hij een felgekleurd jasje van de BHV, de bedrijfshulpverlening. Met een stalen gezicht loopt hij door de gangen heen, wandelt ergens een kamer binnen en zegt ‘geen paniek, maar hierboven is iets misgegaan met het airco-systeem waardoor we uit brandpreventieoogpunt verplicht zijn het pand even te ontruimen. Geen paniek, er is nog geen brand, maar u wordt verzocht allemaal het pand te verlaten en bij de ingang verder bericht af te wachten. De mensen staan op en wandelen allemaal naar buiten.
Waar ging het mis? Autoriteit. Als iemand die duidelijk een autoriteit is op een bepaald gebied iets zegt, dan schakelt de eigen gedachte uit en volg je de opdrachten op.
Veel computers zijn automatisch gelocked door de medewerkers, maar niet allemaal. Agenda’s liggen nog op de bureau’s. Bij sommige ontdekt hij namen en wachtwoorden. Na van allemaal een foto gemaakt te hebben zit het werk hier er wel weer op. Bij de printerruimte doet hij nog even een greep in de oudpapierbak en daarna laat hij alle medewerkers weer binnenkomen. Ja hoor, alles is weer veilig, dank voor uw medewerking en een fijne dag verder.
De lijst met namen en wachtwoorden gebruikt hij op een flexplek. Met de meeste is het geen probleem en komt hij meteen in het systeem. Bij sommige wordt nog gemeld dat het wachtwoord niet klopt, maar dat zijn wachtwoorden als ‘Jenny201304’. Dat lijkt duidelijk op de naam van de gebruiker en het jaartal en maand. Grote kans dat het werkt met de huidige maand en ja hoor, hij is binnen.
Nog een keer gebruikmaken van het aanbieden van een cadeautje. Hij belt een van de mensen waarvan hij al wat gegevens had gevonden in een telefoonklapper die bij de receptie lag.
Goedenmorgen, met die-en-die van de servicedesk, afgelopen nacht heeft een automatische virusscan gedraaid en uw pc, met die inlognaam en wachtwoord bla-die-bla is geïnfecteerd gebleken, we zijn nu druk bezig om de boel te schonen en verspreiding te voorkomen. Ik heb er persoonlijk vast voor gezorgd dat uw pc weer virusvrij is gemaakt dus u kunt weer verder werken (cadeautje). Maar heeft u voor mij misschien nog de inloggegevens van uw collega’s die ik ook vast kan helpen voordat het zich nog verder verspreid? (wederdienst).
Waar ging het mis? Onmiddellijke invloed.
Als ze er langer over na had kunnen denken, had ze misschien kunnen bedenken dat dit niet kon kloppen, maar hij wist haar gegevens te noemen, het klonk serieus en er was haast bij.
Aan het eind van de dag heeft hij veel informatie.
Het is maar een scenario hoe het zou kunnen lopen. En als het meezit, zou hij ingehuurd zijn door hetzelfde bedrijf als waar hij zo huis had gehouden. Maar het kan natuurlijk ook dat het juist bij de concurrent gebeurt, of bij een bedrijf waar de elektronische patiënten dossiers beheerd worden.
Wachtend op een afspraak ziet hij dat iemand een backuptape afgeeft bij de bewaking. Na wat speuren heeft hij het nummer gevonden van de bewaking.
‘goedendag, met die-en-die, als het goed is, komt er straks een collega van ons met een aantal tapes’.
‘Ja, dat klopt, die is net geweest, hij is alweer weg’. ‘Oh, dat is jammer, maar dat geeft niet, er blijkt een vergissing gemaakt te zijn, we hebben per ongeluk lege tapes af laten leveren, in dat geval stuur ik nog even iemand langs bij de receptie om deze weer op te komen halen.’.
‘Oké’.
Een half uurtje later stapt hij nonchalant op de receptie af, meldt zich als iemand van bedrijf-x die de lege tapes weer komt halen. Zonder ook maar enige controle krijgt hij de tapes overhandigd en wandelt ermee naar buiten.
Het is bizar, je zou haast denken dat het allemaal verzonnen is en nooit zou werken. In praktijk werkt het echter. De mens zit raar in elkaar en daar kun je gebruik, maar dus ook misbruik van maken.
En als je weet dat er zo misbruik van je gemaakt kan worden, dan kan je je ertegen wapenen.
‘goedendag, sorry dat ik u stoor tijdens het eten, maar zou ik u toch een vraagje mogen stellen’. Ja hoor, u heeft me toch al gestoord. Houdt u van lekker eten? Jazekers (hoe kan je beweren dat je niet van lekker eten houdt). Gaat u wel eens uit eten. Ja, ‘tuurlijk. Lekker hoor, gelijk heeft u. Hoe vaak doet u dit ongeveer? Nou eigenlijk doe je dit maar 1 keer per 2 maanden ofzo, maar dat klinkt wel erg gierig, dus zeg je ‘nou, 1 keer per 3 weken, eens per maand’. Nou, dat is mooi zeg, want in dat geval heb ik een mooie aanbieding waarmee u minstens 50 euro per maand kan besparen en vervolgens komt de mooie aanbieding. Je staat nu in zekere zin met je rug tegen de muur. Je komt belachelijk over als je dit mooie aanbod laat lopen want wie wil er nu geen geld besparen én je komt belachelijk over als je nu gaat zeggen dat het aanbod niet zo mooi is omdat je eigenlijk maar eens per 2 maanden buiten de deur eet. Wie A zegt, moet B zeggen…
Het boek staat vol met verhalen, variërend van een echt gebeurd verhalen over iemand die op klaarlichte dag op straat aangevallen werd. De aanval duurde al met al een half uur, waarna de dader er vandoor ging, de vrouw dood achterlatend. Na onderzoek bleken er minstens 50 getuigen geweest te zijn, maar niemand deed wat. Zelfs de politie werd niet gebeld.
Moeten we daar wat mee? Ik denk het wel. Heb ik er dan ook wat aan? Ja, ook dat denk ik. Stel, hypothetisch, dat je in de stad rondloopt en je voelt je niet goed. Je gaat zitten op een stoepje en je verliest het bewustzijn. Grote kans dat je pas een dag of 2 daarna opgemerkt wordt als het al te laat is. Dat de beveiligingsbeelden terug worden gekeken en dat er honderden getuigen zijn, maar niemand wat deed. Mensen kijken af, wat doet de ander, oh, die loopt door, dan zal er wel geen noodzaak zijn. Ik doe niets, want iemand anders zal wel wat doen als het echt nodig is.
Zou je op het stoepje gaan zitten en merken dat het mis is en oogcontact maken met iemand en zeggen ‘hé, jij, met dat blauwe shirt, ja jij, help me, bel 112, het gaat niet goed met me’, dan heb je grote kans dat een paar minuten later een ambulance voor je neus staat. Die ene persoon maak je verantwoordelijk, die kan er niet meer onderuit en zal je helpen. En doordat hij helpt, wordt ook voor anderen duidelijk dat de noodzaak er is, en zullen ook gaan helpen. (waardoor anderen wellicht doorlopen omdat er hulp genoeg is, maar dat geeft niet). We zien genoeg stomme filmpjes op internet waarbij kinderen voorover op hun gezicht vallen, ‘funniest home video’s’ noemen we dat. Maar soms komt er een filmpje tussendoor wat opgepakt wordt, dat is zo erg dat het niet meer leuk is, het is dierenmishandeling. Het wordt op internet gezet, een paar mensen (vrienden/familie) pakken het op en delen het, de trend is gezet, dit is erg, dit kan niet, die moet worden gedeeld en het voorbeeld wordt gevolgd. Nog binnen een dag is het landelijk nieuws en volgt er actie.
En waarom mensen dan uit naam van het geloof hun kinderen niet inenten, maar de artsen besluiten om ook huisbezoeken te doen? Ik denk dat die link ook te maken is. Schijnheilig? Misschien, ik weet het niet. Menselijk? Zou kunnen. Ik denk dat het te verklaren zou kunnen zijn met dezelfde theorieën als die in het boek staan en dat de artsen daar verstandig op inspelen.
Wie A zegt, mag ook toegeven dat A misschien fout was.
De kracht van Invloed. De moeite van het lezen waard.
(Dit verhaal is op 16 februari 2016 door Fred Steenbergen geschreven, op 5 juni 2018 is het geplaatst op Zeepkistje)