Agile in de praktijk, deel 01. Het teamoverleg

“Want nergens leer je zoveel, als in een opdracht waar niets valt te leren”

agile, deel 1

 

Het is het moment waarop heel veel samenkomt en wat mij doet besluiten om dit vast te leggen voor diegenen die wellicht hetzelfde meemaken en benieuwd zijn naar ervaringen van voorgangers.

Wat speelt er allemaal:

Een klant waar ik ingezet ben om te komen testen. Een klant die beweert Agile te werken want “we staan elke dag bij elkaar en maken geen documentatie”. Een opdracht ook waar regelmatig gezegd wordt ‘een zesje is goed genoeg’. De applicaties waar het hier om gaat, zijn applicaties die door het eigen personeel gebruikt worden, waardoor ook regelmatig gezegd wordt “als er iets niet goed is, dan horen we dat snel genoeg”. De prioriteit ligt dan ook niet in eerste instantie om perfecte software naar de klant (de eigen medewerkers) te brengen, maar lijkt eerder te liggen in de kracht die we hebben, het snel oplossen van eventuele productiebevindingen en het snel opnieuw kunnen releasen.

Als tester heb ik dit eens een tijdje aangekeken en ik heb me meerdere malen lopen verbazen.

Na mijn vraag waar ik de documentatie kon vinden, wat resulteerde in het antwoord ‘die hebben we niet, want we werken volgens Agile’, besloot ik naar de bouwers te gaan om daar informatie in te winnen. Dat werd echter niet gewaardeerd want “de bouwers hebben het druk dus die moest ik maar niet lastig vallen”. Toen ik begon uit te leggen dat ik toch wel iets van informatie op prijs zou stellen zodat ik kon gaan testen kwam het bijzondere antwoord dat ik juist geen informatie zou moeten willen hebben, “omdat ik dan niet objectief meer was. Kijk maar gewoon of je rare dingen ziet”.

Het bleek een bijzondere opdracht te worden. Een opdracht waar sommige collega’s het dan ook niet volhielden en weg wilden. Om meerdere redenen, maar ook “omdat er toch niets te leren viel en dat is slecht voor mijn carrière en groeipad”. Ik besloot het anders aan te pakken.

Want nergens leer je zoveel als op een opdracht waarin niets te leren valt.

Als mijn rol niet meer blijkt te zijn dan een vinkje achter de regel ‘is er getest?’, dan ligt daar een kans om juist heel veel te leren. En te verbeteren.

Hieronder een verzameling van leer- en verbeterpunten, uit eigen praktijk.

 

Agile in name only. Het teamoverleg.

Het bij elkaar komen, de zogenaamde daily-standup, bleken ze inderdaad te doen. Elke dag, om half 9 kwam het team bij elkaar. Soms, als bleek dat collega’s ‘pas’ om half 9 binnenkwamen, laste de teamleider een overleg in om 8 uur waarbij iedereen vriendelijk doch dringend verzocht werd om daarbij aanwezig te zijn. Het was mijn eerste ervaring met wat ik zou willen kwalificeren als de Management by Fear-stijl.

En daar stonden we dan, met een man of 20 in een cirkel, te praten over wat er allemaal gaande was. Soms gingen de discussies alle kanten op en stonden we een uur bij elkaar. Mijn ervaringen met Agile waren tot die tijd nul komma nul, tot nu toe had ik enkel de zogenaamde waterval-projecten gehad en als dit dan de zogenaamde daily standup was, nou ja, dan zal dat wel zo horen.

Maar omdat ik nu eenmaal graag lees en leer, begon ik me ook eens te verdiepen in de wereld van Agile. Ik ging eens te rade bij collega’s met wie ik in de cirkel stond. Een ervan deelde de mening dat er weliswaar beweerd werd Agile te werken, maar dat dit niet Agile was. Een standup zou niet langer moeten duren dat 15 minuten, het team was veel te groot, de discussies waren voor 18 van de 20 mensen niet interessant, eigenlijk was het zonde van de toch al beperkte tijd.

Ik was blij dit te horen want het is best wel krom om te horen dat je de bouwers niet lastig mag vallen omdat ze het druk hebben om ze vervolgens verveeld in een cirkel te zien staan.

De persoon zelf bleek gecertificeerd Scrum-master te zijn. Een mooie kans om dus eens te peilen hoe een en ander dan eigenlijk zou moeten gaan. En kunnen we dan niet meteen wat wijzigingen doorvoeren? Kunnen we het bijvoorbeeld niet gewoon wat beperkter houden, dat overleg.

En ja hoor, de eerste wijzigingen werden zachtjes aan doorgevoerd. De eerste keer tijdens de afwezigheid van de teamleider. Afspraak: we vertellen waar we mee bezig zijn en waar we tegenaan lopen. Volgt er een discussie uit of zit je ergens mee waar een andere collega mee kan helpen, dan zoeken die 2 collega’s elkaar na de meeting op.

Het is nog even wennen, maar het went snel. Het overleg gaat meteen een stuk vlotter, iedereen vertelt de status aan elkaar, het is een overleg geworden door en voor collega’s. In sommige gevallen worden afspraken gemaakt tussen een paar collega’s om elkaar na het overleg even op te zoeken en gaat de rest weer aan het werk.

De eerste de beste keer dat de teamleider er zelf ook weer bij is, gaat het echter meteen weer mis. In plaats van dat het gesprek er door en voor de collega’s is, lijkt het meer een statuspraatje richting de teamleider te zijn. Deze gaat er steeds dieper op in, waardoor even later weer de discussies plaatsvinden waar 18 van de 20 mensen geen belang bij hebben.

De rest kijkt elkaar even aan en kijkt vervolgens toe. Ik besluit de stoute schoenen aan te trekken en de teamleider erop aan te spreken.  Ik voel de blikken van de collega’s op me gericht en daarna op de teamleider, wachtend wat de uitwerking van mijn verhaal en vraag is. Waarschijnlijk tot ieders verrassing pakt hij het goed op, breekt het verhaal af met de melding aan een van de collega’s om de discussie na de meeting even voor te zetten en bedankt me. Van een enkele collega krijg ik een knipoog, van een ander een duim. Het is een rare ervaring.

Het sterkt me om er meer mee te gaan doen.

(Op 20 juli 2014 geschreven en geplaatst op Plazilla, op 17 januari 2016 verplaatst naar Zeepkistje)

(Dit verhaal is op 20 juli 2014 door Fred Steenbergen geschreven en geplaatst op Plazilla, op 17 januari 2016 is het verplaatst naar Zeepkistje)